Langverwachte box 3-arresten Hoge Raad toch al in juni · Accountancy Vanmorgen (2024)

De vreemde formules voor Beleggen in Box 3 vanaf 2017

Er is nu veel aandacht voor de komende uitspraak van de Hoge Raad over een aantal Box 3 zaken op donderdag 6 juni.

Daarbij gaat het onder andere over het niet halen door beleggers van het forfaitaire rendement voor beleggen zoals dat geldt in de belastingwet vanaf 2017 en met name ook in de wet rechtsherstel Box 3 en de overbruggingswet Box 3.

Daarbij wordt echter nog steeds verondersteld dat het forfaitaire rendement voor beleggen een correct bepaald voortschrijdend vijftienjarig gemiddelde is.

Het vreemd zijn van de formules in de belastingwet voor de bepaling van het forfaitaire rendement voor Beleggen in Box 3 die van toepassing zijn voor belastingjaar 2017 tot en met belastingjaar 2025 krijgt daarbij echter geen aandacht.

Er zijn analyses gedaan op basis van deze vreemde formules in de belastingwet en daarnaast op basis van de gebruikelijke formules voor de bepaling van 15-jarige (meetkundige) gemiddelden voor rendementen.
In beide gevallen op basis van de referenties en de weging in de belastingwet.

Geconcludeerd wordt dat de vreemde formules in de Wet Inkomstenbelasting 2001 geldend vanaf 2017 tot op heden voor de bepaling van de rendementen van Aandelen, Obligaties en Onroerende Zaken in combinatie met de veel te hoge startwaarden voor 2016 op een extreme wijze niet deugen en dat sterk in het nadeel van de Box 3 belastingbetalers.

Er dient gebruik te worden gemaakt van de gebruikelijke formules voor 15-jarige (meetkundige) gemiddelden en niet van de vreemde formules die nu in de wet staan. Dat is ook op basis van de bestaande referenties in de wet.
Bovendien moeten de kosten en de inflatie in mindering worden gebracht.
Het gevolg is een aanzienlijk lager rendement waarmee gerekend mag worden en gemiddeld over de 9 belastingjaren van 2017 tot en met 2025 zelfs iets onder 0%.

Dit is dus op basis van de correct bepaalde 15-jarige gemiddelde rendementen volgens de realiteit op basis van de referenties in de wet en vóór belasting. Dus zoals het ook geldt voor het heffingsvrije deel.
Voor het deel boven het heffingsvrije deel zorgt de Vermogensrendementsheffing dus 1 op 1 voor het inleveren van toekomstige koopkracht.

Als rechtsherstel en als overbrugging dient dus voor de belastingjaren van 2017 tot en met 2025 uit te worden gegaan van een forfaitair rendement voor Beleggen van gemiddeld iets onder 0% of praktisch 0%.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 24 december 2021 vastgesteld dat bij de aanpassing van de Wet Inkomstenbelasting 2001 in 2017 uit budgettaire overwegingen het uitgangspunt is verlaten dat het forfait aanknoopt bij het zonder veel risico haalbare rendement en heeft daarbij geoordeeld dat het sinds 2017 geldende forfaitaire stelsel de uit artikel 1 EP voortvloeiende proportionaliteitstoets niet kan doorstaan.

Deze uitspraak maakt duidelijk dat het, kost wat kost de opbrengst gelijk te willen houden, een belangrijk deel van het probleem was van de gekozen aanpassing in de belastingwet vanaf 2017.
In plaats van terug te gaan naar de oorsprong van Box 3 werd er, om nog steeds kost wat kost de opbrengst gelijk te willen houden, in de wet rechtsherstel Box 3 en de overbruggingswet Box 3 doorgegaan met de verkeerde en vreemde formules.

Het is wel opvallend dat het probleem van de vreemde formules voor Beleggen in Box 3 in de belastingwet en de zeer nadelige consequenties voor Box 3 belastingbetalers met beleggingen nog niet naar voren is gebracht in rechtszaken over Box 3 in het belang van deze Box 3 belastingbetalers.
Integendeel het wordt steeds aangehaald door de vertegenwoordigers van de belastingdienst in de rechtszaken en in debatten over Box 3 door staatssecretaris voor fiscaliteit Marnix van Rij dat het een correct voortschrijdend (meetkundig) vijftienjarig gemiddelde is.

Hoe kan dat alsnog goed komen in het belang van de Box 3 belastingbetalers met beleggingen?

Het pleidooi blijft echter wel om de “Wet werkelijk rendement box 3″ terug te trekken en zo snel als mogelijk te gaan naar één goed en rechtvaardig bepaald forfaitair rendement per belasting jaar op basis van de rente van de jongste tienjarige staatsobligaties met daarop in mindering 1% voor de kosten en het inflatie percentage.
Dus zoals het oorspronkelijk was bedoeld en het ten onrechte niet goed is onderhouden.
Dat sluit ook aan op de reactie van IEX op de consultatie werkelijk rendement box 3.

Langverwachte box 3-arresten Hoge Raad toch al in juni · Accountancy Vanmorgen (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Van Hayes

Last Updated:

Views: 5971

Rating: 4.6 / 5 (46 voted)

Reviews: 85% of readers found this page helpful

Author information

Name: Van Hayes

Birthday: 1994-06-07

Address: 2004 Kling Rapid, New Destiny, MT 64658-2367

Phone: +512425013758

Job: National Farming Director

Hobby: Reading, Polo, Genealogy, amateur radio, Scouting, Stand-up comedy, Cryptography

Introduction: My name is Van Hayes, I am a thankful, friendly, smiling, calm, powerful, fine, enthusiastic person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.